Waarom koeien in de herfst naar binnen gaan

Het is een vertrouwd tafereel van de lente tot de herfst: grazende koeien in de Nederlandse weiden. Maar waarom worden koeien in sommige gebieden eerder naar binnen gebracht tijdens de herfst? Dit heeft alles te maken met de bodemsoorten in verschillende regio’s.

Boeren voorkomen wegzakkende koeien

In het westelijke deel van Nederland overheersen klei- en veengronden, die van nature meer vocht vasthouden dan de drogere zandgronden in het oosten van het land. Gedurende de herfstperiode krijgen we te maken met overvloedige regenval, waardoor de grond vochtiger wordt. Op klei- en veengronden zakt het vee iets dieper in de grond dan op zandgronden, omdat deze bodemsoorten zachter en modderiger worden bij nat weer. Dit bemoeilijkt het lopen en grazen voor de koeien.

Voorzichtig omgaan met koeien

Dit verklaart waarom boeren in gebieden met klei- en veengronden extra voorzichtig moeten zijn in de herfst. Ze moeten nauwlettend in de gaten houden wanneer het nodig is om hun koeien naar binnen te halen om te voorkomen dat ze vast komen te zitten in modderige weiden. Dit is essentieel om de gezondheid en het welzijn van het vee te waarborgen, evenals het behoud van de weilanden.

Gezonde koe

Kortom, het tijdstip waarop koeien in de herfst naar binnen worden gebracht, wordt bepaald door de bodemsoorten in verschillende regio’s. In het westelijke deel van Nederland, met klei- en veengronden, moeten boeren extra aandacht besteden aan het monitoren van de weideomstandigheden om ervoor te zorgen dat hun koeien niet vast komen te zitten in modderige terreinen. Dit draagt bij aan het welzijn van het vee en het behoud van de weidelandschappen.

Door Jasper Seidel